11 oktober, 2007

Eén koffie. Eén koekje.


Uit een enquete uit de krant bleek deze week dat Douwe Egberts het meest betrouwbare merk van Nederland is. Volgens de consument.

Ergens in de loop van de vorige eeuw moet de firma Douwe Egberts alle Nederlanders aangepraat hebben dat koffie drinken gezellig is. Het koffieleut-ritueel zit in alle Nederlanders ingebakken. Waar je ook komt, je krijgt je "bakje", of je nu in een bestuursvergadering zit, of bij de kapper, of op een receptie... Je zúlt koffie krijgen. Met één koekje. Niet meer.

Maar waar zit nu die gezelligheid? Hoogstens vraagt iemand wat er in moet. Melk? Suiker?
Op zo'n koffiekletsmoment zie je hooguit iemand tergend langzaam, met een verhoogde concentratie, en met het puntje van zijn tong tussen zijn tanden, zijn melkcupje opentrekken. Of er peutert iemand bij gebrek aan een scheurlijntje zijn suikerzakje aan de verkeerde kant open...
En waarom moet al die zooi eigenlijk in de koffie? Ik zie mensen drie klontjes in kopjes doen die nauwelijks groter zijn dan een vingerhoedje. Mag ik er niet van uit gaan dat koffie genoeg smaak heeft van zichzelf?
En als alles dan in een veel te kleine kopje is beland, moet omzichtig geroerd en geblazen worden, want de koffie is vaak te heet. Meerdere keren worden de lippen behoedzaam getuit en tegen de rand van het kopje gezet, om te voelen of de koffie al een beetje afgekoeld is...
En de hele ceremonie lang wordt niks gezegd. Je hebt tenslotte je mond nodig om de koffie er in te gieten. En als het al dan niet aangelengde "goudmerk" voldoende is afgekoeld, wordt er in stilte geslurpt... Gezellig? Niet heus.

Of is koffie een alibi om aan je sociale verplichtingen te voldoen zonder iets te hoeven zeggen?