30 september, 2007

Literair café - II



Als je op de website van Jan Siebelink kijkt, zie je bij een aantal boeken van hem plattegrondjes staan. Hij is duidelijk dol op wandelen...
Dat bleek vorig week ook weer toen hij, een kwartier voor zijn lezing moest beginnen, in geen velden of wegen te bekennen was. “Siebelink is kwijt! Siebelink is kwijt!” riep de organisatie nog, toen hij plots tevreden grijnzend aan kwam sloffen.
Ik had nog vijf minuten voor een voorgesprekje. Waarbij hij nota bene de vragen stelde. Hoe het was om hier te wonen, wat er zo bijzonder was aan de streek, hoe de sfeer en de mentaliteit hier is...
Ik had nauwelijks tijd om een aantal praktische dingen door te nemen. “Ach, dat komt allemaal goed”, lachte hij.

De volgende ochtend bleek zijn sportwagen verdwenen van de parkeerplaats en vertelde de hoteluitbater dat hij Siebelink ‘s avonds niet had zien binnenkomen, en ook ’s ochtends niet had zien vertrekken.

Op de lezing in het literaire café was Jan Siebelink een erg charmante, minzame gesprekspartner, die vaak geëmotioneerd antwoord gaf. Duidelijk een gevoelsmens.
Maar ik zal niet gauw de blik in zijn ogen vergeten toen ik hem attent maakte op het feit dat in zijn biografische boeken (bvb. in “Laatste schooldag”, “De herfst zal schitterend zijn”, en in zijn bestseller "Knielen op een bed violen)" wel erg vaak hoofdfiguren voorkomen die zichzelf afzonderen van de maatschappij.
En de woordenstroom die hij tot dan toe over de aanwezigen had uitgestort, werd plots onderbroken door een veelbetekenend monkellachje...