27 augustus, 2009

Met mijn hoofd er bij

Toeristische gidsen. Leer ze mij kennen.
Er zijn er bij die een heel praatje houden, alleen maar om te laten zien dat ze een onuitputtelijke kennis hebben over de stad waarin ze rondleiden. En er zijn er ook bij die een lesje opdreunen, en dat met zo'n chagrijnige smoel doen dat de toeristen bij de eerste woorden al weg willen.
Ik had er in Combourg, in het kasteel van de Franse schrijver en politicus François René de Chateaubriand, eentje uit de tweede categorie.
Ze vroeg bij de inleiding uit welk land ik kwam, en reikte me een kaart met haar hele uitleg in het Nederlands. Het was blijkbaar niet bij haar opgekomen dat ik ook Frans spreek, en wel in die mate dat ik kon opmaken dat haar uitleg (letterlijk) identiek was aan wat op mijn hand out stond. Haar lesje werd zo verveeld opgedist dat ik alleen maar kon concluderen dat zij wel een heel vervelend baantje moest hebben.
Ik was bijna blij dat ik bij het betreden van het kleine kinderkamertje van Chateaubriand keihard (en pijnlijk!) mijn hoofd stootte tegen de deurlijst. Ik hoorde de gids luidop lachen.
Had ik toch weer iemand blij gemaakt...
(Ze vroeg me nadien wel of het ging met me...)